Het onderzoek

Horizontale samenwerking door mbo-instellingen

OCW-beleid maakt het voor mbo-instellingen mogelijk actief samenwerking aan te gaan met partners in de regio. Dit bevordert de aansluiting van mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt en zet aan tot bijdragen van het mbo aan het innovatief vermogen in de regio. Dit onderzoek brengt actuele vormen van horizontale samenwerking in het mbo in beeld en gaat na hoe deze bijdragen aan een responsief curriculum en regionale innovatiekracht.


Wat wordt er onderzocht?

De volgende probleemstelling wordt onderzocht: 

Welke factoren dragen bij aan ontstaan en bestendiging van co-creatie van publieke waarde door horizontale samenwerking van mbo-instellingen, in het bijzonder het realiseren van een responsief curriculum en innovatiekracht in de regio? 


De volgende deelvragen zijn daarbij geformuleerd: 

  1. Op welke manieren wordt horizontale samenwerking door mbo-instellingen ingevuld en welke 'examples of practice' kunnen worden onderscheiden?
  2. In hoeverre zijn de vormen van horizontale samenwerking geïnstitutionaliseerd en verduurzaamd?
  3. Wat zijn ervaringen, werkende mechanismen en succes- en belemmerende factoren bij de inrichting van horizontale samenwerking voor het curriculum en het regionale innovatiepotentieel? 


Opzet en methode

Het onderzoek bestaat uit drie onderling samenhangende elementen, te weten: literatuuronderzoek, gevalsstudies en actie-onderzoek. 


Literatuuronderzoek 

Het literatuuronderzoek is ondersteunend aan alle drie de deelvragen. Aan de hand van relevante onderzoeksliteratuur wordt een conceptueel kader voor het onderzoek uitgewerkt. Dit ondersteunt vervolgens de gevalsstudies. Langs deze lijnen levert het literatuuronderzoek de basis voor het ontwikkelen van een begrippenkader over horizontale samenwerking in het mbo. 


Gevalsstudies

Voor het empirische deel van het onderzoek wordt een reeks van 12 gevalsstudies uitgevoerd. De gevalsstudies zijn zo gekozen dat er voldoende variatie ontstaat naar ontwikkelingsfase en de samenstelling van de horizontale samenwerking. Verder zijn de cases zo gekozen dat er spreiding ontstaat door Nederland en naar type mbo-instelling. 


Actie-onderzoek 

Aan elke casus wordt gevraagd om deel te nemen aan uitwisseling van bevindingen tussen de cases. Met deze component ontstaat er terugkoppeling aan betrokkenen, hetgeen het leerproces van actoren kan bespoedigen en aldus kan bijdragen aan verbetering van het ontwerp van de horizontale samenwerking in de regio. 


Tijdlijn

Het onderzoek is begin 2020 gestart en wordt in beginsel in een periode van twee jaar uitgevoerd. Het is opgedeeld aan de hand van de deelvragen in drie fases. 

  • Fase 1: In de eerste fase staan het literatuuronderzoek en de opstart / beschrijving van de cases centraal; het actie-onderzoek maakt een begin met de gespreksrondes 
  • Fase 2: In deze fase komt het accent te liggen op het empirische deel van het onderzoek. Waarbij voornamelijk wordt gericht op de gevalsstudies  in combinatie met het actie-onderzoek. 
  • Fase 3: staat in het teken van terugkoppeling, analyse en rapportages.